Overheden trachten meer en meer de burger te betrekken bij het creëren van maatschappelijke meerwaarde. Dit heet dan citizen engagement, of burgerparticipatie in het Nederlands. Burgers hebben inderdaad een aantal voordelen t.o.v. de overheid: ze zijn flexibeler, met meer en kunnen soms zeer creatief uit de hoek komen. In combinatie met technologische evoluties ontstaan er voorheen ongekende mogelijkheden.
In dit artikel bespreken we hoe mobiele toestellen, zoals tablets en smartphones, kunnen helpen bij het bevorderen van burgerparticipatie en dus hoe burgers maatschappelijke meerwaarde kunnen leveren m.b.v apps. Dit artikel gaat in op wat voorafging, wat de voornaamste achterliggende evoluties zijn en ten slotte worden een aantal voorbeelden gegeven.
Dit artikel is gebaseerd op een deel van het nog te publiceren rapport Citizen Engagement. Binnenkort verschijnt er nog een blog die ingaat op hoe burgers zelf apps kunnen ontwikkelen.
Burgerparticipatie in het pre-app tijdperk
Het opdelen van een groot en moeilijk probleem in vele kleinere, eenvoudigere elementen, die vervolgens door burgers opgelost worden bestaat al een tijdje. Al vele jaren zijn er diverse initiatieven waarbij de participatie van burgers cruciaal is. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de kennis en inzichten van de participanten, van de overtollige rekenkracht op hun computers, of van hun creativiteit:
- James Surowiecki lanceerde in 2004 de term the wisdom of the crowds in zijn gelijknamige boek. Zijn stelling is dat een groep amateurs in bepaalde gevallen meer weet dan een kleine groep deskundigen. Burgers creëren bijvoorbeeld zelf publiekelijk beschikbare informatie op Wikipedia. Gecentraliseerd beheerde encyclopedieën zoals Encarta bleken simpelweg geen partij voor het gedistribueerde Wikipedia .
- In distributed computing projects kunnen burgers rekenkracht ter beschikking stellen voor projecten die enorm veel rekenkracht vergen, maar waarbij de berekeningen gelukkig te distribueren zijn. De deelnemers stellen hun overtollige CPU-kracht ter beschikking van een dergelijk project. SETI@home is hier allicht het meest gekende (legendarische) voorbeeld. BOINC is bestaande open source-software die kan worden gebruikt voor distributed computing projects.
- Met citizen science kunnen burgers helpen met het ontrafelen van wetenschappelijke problemen die menselijke creativiteit vereisen. Een voorbeeld is Foldit, een computerspel waarbij eiwitstructuren zo efficiënt mogelijk moeten worden opgevouwen. Hoewel de meeste deelnemers in citizen science quasi onmiddellijk afhaken, kan het toch zinvol blijven. Andere reeds langer bestaande wetenschappelijke problemen waarbij burgers ingeschakeld worden, zijn vlinder- en vogeltellingen.
Evoluties
Burgerparticipatie gebruikmakend van ICT bestaat dus al een tijdje. Recenter is het mobiele aspect erbij gekomen. Dit werd mogelijk door een tandem van twee evoluties.
- De eerste evolutie is de hoge en nog steeds stijgende penetratiegraad van mobiele toestellen. Het citizen science project Foldit (zie hoger) heeft bijvoorbeeld een app, die burgers toelaat in anders verloren momenten (WC, trein, …) op een plezante manier iets nuttigs te doen voor de wetenschap. Belangrijker is echter dat met smartphones burgers sneller en makkelijker dan ooit geografisch verspreide informatie kunnen verzamelen, bijvoorbeeld beschadigingen van de openbare weg. Wat voor enkele ambtenaren een onmogelijke taak is, is voor een grote groep coöperatieve burgers (gedistribueerd) een fluitje van een cent. Met behulp van zijn smartphone maakt de burger in enkele seconden een foto en stuurt deze samen met wat uitleg naar een gecentraliseerde locatie. De GPS coördinaten worden automatisch meegestuurd. Vaak is die informatie ook onmiddellijk beschikbaar voor de andere burgers.
- De tweede evolutie is de beschikbaarheid van herbruikbare digitale landkaarten zoals OpenStreetMap en Google Maps. Dit laat toe om data waarbij de geografische locatie van belang is, overzichtelijker dan ooit weer te geven. In een oogopslag weet de burger zo bijvoorbeeld waar er beschadigingen in het wegdek geconstateerd zijn, waar het meeste overstromingsgevaar is, of waar de huizenprijzen het snelst gestegen zijn. Ook de tools om dit soort zaken te visualiseren blijven verbeteren.
Voorbeelden
Via bovenstaande ontwikkelingen wordt het voor een burger dus makkelijker om zowel informatie aan te leveren, als te consumeren. In de rest van dit artikel geven we een aantal voorbeelden van apps waarbij burgers informatie verzamelen voor elkaar of – indirecter – voor de overheid.
- Onderhoud openbare weg. Er zijn diverse apps ter beschikking die de burger toelaten om beschadigingen op de openbare weg te rapporteren d.m.v. foto’s en wat tekst. De burgers zelf krijgen typisch ook een overzicht hiervan te zien op een landkaart. Een voorbeeld is FixMyStreet voor Brussel.
- Voor Burgers, door Burgers. Burgers kunnen informatie verzamelen die wel nuttig is voor sommige medeburgers, maar in mindere mate voor de overheid. Ondanks de toegevoegde waarde voor burgers, zijn overheden minder snel geneigd dergelijke apps te ontwikkelen. Voorbeelden zijn 1) Liefdesbankjes waarmee romantische plekjes in Nederlandse parken, bossen en duinen gevonden kunnen worden, 2) SpeeltuinVinder die je in Nederland helpt een speeltuin in de buurt te vinden 3) konnektid om mensen in je buurt te vinden die je een bepaalde vaardigheid willen aanleren zoals tuinieren en talen (gebruikt crowdfunding) en 4) Open koopsommen , dat via door burgers aangeleverde informatie meer transparantie op de (Nederlandse) woningmarkt wil creëren.
Soms wordt informatie afkomstig van burgers gecombineerd met open data (zie verder) aangeleverd door overheden (en/of bedrijven). Voorbeelden zijn het Britse Walkonomics, om na te gaan hoe begaanbaar straten zijn, en Nostalgeo, waar oude postkaarten en foto’s op gepost worden en vergeleken kunnen worden met Google Street View. - Voorstellen doen aan de overheid. Apps kunnen de burger toelaten om voorstellen te formuleren voor de overheid. Een voorbeeld is Terreinidee voor de omgeving Breda, die de mogelijkheid bevat om ideeën te plaatsen voor braakliggende terreinen. Burgers kunnen via commentaren en likes reageren op elkaars voorstellen. Gezien het geografische aspect is een app hier wenselijker dan een klassieke applicatie.
- Crowdfunding. Apps kunnen gebruikt worden om op een originele manier aan crowdfunding te doen. Een voorbeeld is Natuursponsor, dat je toelaat een stukje natuur op een landkaart te selecteren en vervolgens te sponsoren. Je gesponsorde stukje natuur wordt zichtbaar voor andere gebruikers.
Conclusie
Technologische evoluties openen dus nieuwe mogelijkheden voor overheden om burgerparticipatie m.b.v. apps te stimuleren.
Wat we zien terugkomen is dat burgers participeren omdat er een win-win situatie is: de burger levert met een minimale inspanning informatie aan en wordt zo beter geholpen of gehoord. Ook kan er een element van sociale status verbonden zijn aan het gebruik van de app: iedereen kan zien welk stukje natuur ik gesponsord heb, welke foto’s ik geüpload heb, etc. Ten derde, maar minder frequent, kan er zoals in het Foldit project een element van gamification zijn, waarbij dus spelprincipes toegepast worden in een niet-spelcontext.
Pingback: De Citizen Developer – Mogelijkheden & rol van de Overheid | Smals Research